Frustratie
Het officiële schaakspel kent een lange, veel te lange aanloop voordat een partijtje kan worden gespeeld. En dan nog: wie kent niet in zijn omgeving mensen die op de vraag of ze kunnen schaken antwoorden: “eh, nou ja, ik weet hoe de stukken gaan, maar daarmee is dan helaas, eh, ook wel alles gezegd.” Let op het woordje ‘helaas’. Bovendien is in de praktijk die summiere, beweerde kennis stiekem ook al weer voor een groot deel weggezakt, verleden tijd.
Bij doorvragen blijkt het afhaakgedrag meestal te wijten te zijn aan het vereiste van de matvoering. Vanwege die matvoering kent het schaakspel een veel te lange, vrij saaie aanloop. En dan nog: hoe vaak verzandt een beginnerspartijtje in een tot vervelens toe (afmattend) heen en weer schuiven van stukken omdat de matvoering maar niet wil lukken. Het is immers MAT of geen MAT. Een beetje MAT bestaat niet.